Burgemeester Aboutaleb heeft bekend gemaakt een maandje te zullen uittrekken om met de politiechef en de officier van justitie het geopenbaarde rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens nog eens zorgvuldig te bestuderen en de gemeenteraad in februari als eerste over de uitkomst te zullen informeren. Nodig na de gisteren aan de politie in Rotterdam opgelegde boete van 50.000 euro omdat het bij het inzetten van mobiele camera’s tijdens de coronacrisis eerst een wettelijk verplichte privacy risicoanalyse had moeten maken.

‘’De eerste lezing van het rapport laat zien dat de Autoriteit Persoonsgegevens veel waarde hecht aan het uitvoeren van zo’n analyse voordat een gegevensverwerking start. Maar de uitzonderingen wanneer zo’n analyse niet nodig is, worden daarentegen niet ruim uitgelegd’’, laat de burgemeester inmiddels schriftelijk weten. ‘’De AP heeft het oorspronkelijke boetebedrag verlaagd van 56.500 euro naar 50.000 euro, vanwege de landelijke crisissituatie met veel onzekerheden, waar autoriteiten zich voor de taak gesteld zagen om snel maatregelen te treffen en uit te voeren. In eerdere brieven heb ik altijd deze unieke context benadrukt.’’

Aboutaleb spreekt in zijn reactie over ‘’een unieke crisissituatie’’ met nieuwe taken voor de lokale overheid die tijdens de pandemie de 1,5 meter afstandsmaatregel moest handhaven en voegt er deze zin aan toe: ‘’Het zal niet gemakkelijk zijn om een situatie te vinden die zich in urgentie kan meten met deze wereldwijde pandemie’’. 

Niet uitgesloten is dus dat de  boeteoplegging nog een staartje zal krijgen.